Uithuisplaatsing in leefgroepen voorkomen door andere vormen van zorg

 

 

In dit onderzoek worden ervaren van jeugdigen die uit huis zijn gezet en hun ouders in kaart gebracht. Het gaat om drie groepen jongeren, namelijk jongeren die verblijven in een pleeggezin, gezinshuis of flexibel verblijf. Ervaringen worden in kaartgebracht tijdens de besluitvormingsfase, de periode na de uithuisplaatsing en gedurende het verblijf. Waar nodig wordt het verblijf bijgestuurd om basis van de ervaringen, en wordt onderzocht of bijsturing op basis van persoonlijke ervaringen effect heeft op het verblijf.

 

Doelen 

1. Hoe hebben jongeren en ouders het besluitvormingsproces omtrent uithuisplaatsing ervaren? Is er in hun beleving sprake van ‘samen beslissen’, en gezamenlijke besluitvorming, hebben ze regie kunnen voeren, hebben ze hun stem kunnen laten horen en is er volgens hen naar hen geluisterd

2. Hoe ervaren jeugdigen die uit huis geplaatst zijn het verblijf in pleeggezin, gezinshuis, of flexibel verblijf? Wat is hun welbevinden, en hebben ze bijvoorbeeld het gevoel dat ze hun stem kunnen laten horen en er naar hen geluisterd wordt? Vragen die hierbij aan de orde kunnen komen zijn onder andere of de jeugdigen regie, verbondenheid, autonomie, positieve steun en competentie ervaren.

3. Kan het verblijf bijgestuurd worden (dat wil zeggen, kunnen pleeg,-gezinshuisouders, of professionals, bijsturen) op basis van de persoonlijke ervaringen van de jeugdigen (zie vraagstelling2)?

4. Wat zijn de effecten van die bijsturing op de ervaringen van de jeugdigen tijdens het verblijf en leidt het uiteindelijk tot positievere uitkomsten van de uithuisplaatsingen (minder breakdown, meer succesvol afgeronde plaatsingen)

 

Deelnemers 

In totaal worden 15 jongeren tussen de 10 en 18 jaar 3 jaar lang gevolgd vanaf het moment dat zij uit huis geplaatst worden. In elke groep (pleeggezin, gezinshuis en flexibel verblijf) worden 5 jongeren gevolgd. Alle jongeren worden 3 jaar lang gevolgd, ook als zij in die periode terug thuis gaan wonen en niet meer in zorg zijn.

 

Methoden 

Interviews

Jongeren, ouders en professionals (pleeeggouders, pleegzorgbegeleider, gezinshuisouders en pedagogisch medewerkers) worden ieder half jaar geïnterviewd over hun ervaringen met de uithuisplaatsing en de periode daarna. Naar aanleiding van de interviews kunnen behandeltrajecten worden bijgestuurd in overleg tussen behandelaar, interviewende collega-professional, jongeren, ouders en/og gezinshuis/pleeggezin ouders. Omdat de fase waarin de besluitvorming plaatsvindt een zeer emotionele fase kan zijn, wordt het eerste interview afgenomen op het moment dat de jeugdige aangeeft dat het wat hem/haar betreft past.

Vragenlijsten 

Het welzijn van jongeren wordt gemeten met de vraag: 'Hoe gelukkig ben je op dit moment'. Jongeren geven op een soort liniaal hun score op een schaal van 1 tot 10 aan.

Daarnaast wordt de ontwikkeling van jongeren gemeten. Wat er gemeten wordt om ontwikkeling te bepalen, kan voor iedere  jeugdige anders zijn. Wat er wordt gemeten wordt bepaald via de iamYu app op basis van wat hij/zij belangrijk vindt, zoals zelfbeeld, gevoel van autonomie, sociale vaardigheden, vermindering van emotionele problemen. De iamYu app biedt de mogelijkheid om heel eenvoudigen heel snel te meten wat voor elke jongere belangrijk is, veranderingen daarin te begrijpen, en ook om voorspellingen te kunnen doen.

Hoe vaak welzijn en ontwikkeling wordt gemeten, bijvoorbeeld maandelijks, zal worden bepaald in een pilot studie.

Daarnaast worden professionals iedere 3 maanden gevraagd aan te geven wat er in de afgelopen 3 maanden is gebeurd aan sleutelmomenten, belangrijke gebeurtenissen in het zorgtraject, inzet van extra zorg, afschaling van zorg en overplaatsingen. Deze zaken zouden invloed kunnen hebben op het verblijf of de effecten van verblijf.

Voor meer informatie of vragen kun je contactopnemen met Nina Esmeijer:  

> Terug naar `Projecten`
Inside-Out - academische werkplaats jeugd Inside-Out - academische werkplaats jeugd