Afgerond - Op Volle Kracht residentieel: De effectiviteit van "Op Volle Kracht" bij jongeren in een residentiële behandelsetting

Promovendus: Martine Weeland

Succesvol verdedigd op 5 maart 2019

 

Het onderzoek ging over depressiepreventie bij jongeren die met complexe problematiek in een zorginstelling zijn opgenomen.

 

Aanleiding

Jongeren die in een zorginstelling verblijven en daar behandeld worden voor gedragsproblemen, hebben vaak ook angst- of depressieve klachten. Juist omdat hun problemen zo complex zijn, bestaat er een groot risico op onderdiagnosticering en daarmee onderbehandeling van de angst- en depressieve klachten.

 

Het onderzoek

Het onderzoek bestonduit drie onderdelen. Ten eerste is een systematische dossierscreening gedaan naar de prevalentie en diagnostiek van 72 jongeren die opgenomen zijn in een instelling voor jeugdzorg. Klachtenlijsten, ingevuld door jongeren, zijn vergeleken met het diagnostisch oordeel van de hulpverlener in het eerste hulpverleningsplan.

Ten tweede zijn twee versies van het programma "Op Volle Kracht:  ontwikkeld: voor jongeren mét en voor jongeren zonder een verstandelijke beperking. Deze methodiek heeft tot doel de emotionele weerbaarheid van jongeren te versterken en de kans op het ontstaan van een depressie te verkleinen. In een RCT-studie onder 92 jongeren met en zonder verstandelijke beperking, werd onderzocht of de methodiek effectief is bij jongeren in een residentiële setting, en in hoeverre de methodiek ook een preventieve werking heeft op jongeren zónder klinisch depressieve klachten. Daartoe is het programma onderzocht in drie verschillende settings: de Jeugd-GGZ, de jeugdzorg en de jeugd-gehandicaptenzorg.

Ten derde zijn de data op de voormeting van de RCT (n=135) gebruikt om te onderzoeken in hoeverre twee belangrijke theorieën over het ontstaan van depressie (de responsstijl theorie van Nolen-Hoeksema en Beck’s cognitieve theorie) toepasbaar zijn op jongeren met een verstandelijke beperking, vergeleken met jongeren zonder verstandelijke beperking.

 

Resultaten

Uit de dossierscreening blijkt dat er weinig overlap is tussen door jongeren zelf gerapporteerde depressieve- en angstklachten, en de rapportage in hun dossiers. De diagnostiek van internaliserende problemen in de residentiële jeugdzorg is relatief onbetrouwbaar, met zowel onderrapportage als overrapportage. Het gebruik van gestandaardiseerde screeningsmethoden om de betrouwbaarheid van de diagnostiek van angst en depressie te vergroten is dus aan te bevelen.

Jongeren met klinische depressieve of angstklachten zijntoegewezen aan richtlijnbehandelingen, waaronder CGT, gezinsbehandeling en farmacotherapie. Opgemerkt moet worden dat niet gedocumenteerd was of de behandeling zich richtte op depressie- en angstklachten, of op andere, comorbide problematiek. De ernst van comorbide externaliserende problematiek (o.a. ADHD, ODD, agressie) was niet van invloed op de diagnostiek en behandeling van internaliserende problemen.

De twee ontwikkelde versies van "Op Volle Kracht" bestaan uit videomateriaal, een handleiding met theoretische onderbouwing en werkboeken voor de jongeren. Jongeren en staf van residentiële instellingen zijn hier actief bij betrokken. Daarbij is een training ontwikkeld voor staf van residentiële behandelcentra in jeugdzorg, jeugd-GGZ en gehandicaptenzorg om deze methodiek te kunnen geven. Dertig medewerkers volgden deze train-de-trainer opleiding.

Uit de RCT-studie blijkt echter dat het aangepaste programma "Op Volle Kracht" geen effect heeft op depressieve klachten van jongeren in residentiële zorg tussen 11-17 jaar. Dit geldt zowel voor jongeren met als zonder licht verstandelijke beperking.

Wat betreft het onderzoek naar de theorieën van Beck en Nolen-Hoeksema, blijken hun belangrijkste assumpties houdbaar te zijn voor adolescenten met een licht verstandelijke beperking (LVB). Zo zijn er geen verschillen in het verband tussen denkstijlen, responsstijlen en depressieve symptomen tussen jongeren met en zonder LVB. Jongeren met een LVB vertonen vaker de denkfout ‘Onderschatting van eigen coping’ dan jongeren zonder LVB. Daar deze denkfout sterk gerelateerd is aan depressieve klachten, vormt zij een specifieke kwetsbaarheid voor adolescenten met een LVB voor het ontwikkelen van depressieve klachten. Specifieke aandacht hiervoor in preventie- en behandelprogramma’s is aan te bevelen.

 

Toepassing en toekomst

Het is niet raadzaam "Op Volle Kracht" in te zetten als geïndiceerd depressiepreventieprogramma in de residentiële jeugdzorg. De effecten van toepassing als selectief preventieprogramma (alleen voor jongeren met verhoogde depressiescores) moet verder onderzocht worden.

 

Producten en publicaties

  • Weeland, M.M., Nijhof, K. S., Otten, R., Vermaes, I., & Buitelaar, J. K. (2017). Beck’s cognitive theory and the response style theory of depression in adolescents with and without Mild to Borderline Intellectual Disability. Research in Developmental Disabilities (69), 39-48. 
  • Weeland, M.M., Nijhof, K.S., Vermaes, I., & Buitelaar, J. K. (resubmitted). The development of the CBT-based depression prevention program ‘Op Volle Kracht’ for youth with Mild Intellectual Disability: An Intervention Mapping approach.
  • Weeland, M.M., Vermaes, I., Nijhof, K. S., & Buitelaar, J.K (in preparation). Diagnostic Overshadowing in Residential Treatment: How Well Are Internalizing Problems Detected in Adolescents with Externalizing Behavior Problems?
  • Weeland, M.M., Nijhof, K.S., Otten, R., Vermaes, I., Engels, R.,  & Buitelaar, J.K. (in preparation). Increasing emotional resilience among adolescents in residential care ‘Op Volle Kracht’: a Cluster Randomized Controlled Trial

 

> Terug naar `General Board vergaderingen 2023`
Inside-Out - academische werkplaats jeugd Inside-Out - academische werkplaats jeugd