Feedback van ROM in de jeugd-GGZ

Promovendus: Maartje van Sonsbeek,

Start: 6 januari 2014

Instelling: Pro Persona

 

De effectieve onderdelen van feedback van Routine Outcome Monitoring (ROM) in de geestelijek gezondhseidszorg voor jeugdigen.

Het onderzoek gaat over de effectiviteit van feedback over cliënten aan behandelaars, door middel van Routine Outcome Monitoring (ROM), in de geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen.

 

Aanleiding

Routine Outcome Monitoring (ROM) is een veelgebruikte manier om de geestelijke gezondheidszorg te ondersteunen, te evalueren en te verbeteren. Hierbij worden cliënten en/of hun ouders voorafgaand, tijdens en na afloop van de behandeling gevraagd om vragenlijsten in te vullen en worden de rapportages hiervan teruggekoppeld naar behandelaars. De rapportage laat het verloop van de klachten en het psychisch welbevinden van cliënten zien. Behandelaars bespreken deze feedback met hun cliënten, zodat de behandeling tussentijds bijgestuurd kan worden. Het is echter onbekend op welke manier de feedback de behandelresultaten beïnvloedt en welke specifieke onderdelen van de feedback daarbij een rol spelen. Eerder onderzoek naar feedback is tot nu toe voornamelijk uitgevoerd onder volwassen cliënten in de Verenigde Staten.

 

Het onderzoek

De studie vond plaats binnen de vier afdelingen Jeugd van een grote GGZ-instelling. Alle jeugdigen tot en met 18 jaar en/of hun ouders werden gevraagd om deel te nemen en alle behandelaars ontvingen feedback. In totaal werden 1606 jeugdigen en/of ouders uitgenodigd voor het onderzoek en waren er ongeveer 190 behandelaars betrokken. Het onderzoek bestond uit drie fasen. In de eerste fase is een ROM-systeem ingevoerd, waarbij alleen voorafgaand en na afloop van de behandeling werd gemeten. In de tweede fase gebeurde dat ook tijdens de behandeling (zes weken na de start van de behandeling en vervolgens elke drie maanden). Zo werd het mogelijk om de behandeling tussentijds te evalueren en aan te passen. In de derde fase werden de deelnemende cliënten en/of hun ouders gerandomiseerd in drie groepen. De behandelaars van de eerste groep ontvingen eenvoudige feedback over de klachten en het psychisch welbevinden van cliënten. De behandelaars van de tweede groep ontvingen aanvullend feedback over mogelijkheden om de behandeling te verbeteren. De behandelaars van de derde groep gingen aanvullend met een collega-behandelaar in gesprek over de feedback. De uitkomstmaten waren klachten (gemeten met de Strengths and Difficulties Questionnaire; SDQ), kwaliteit van leven (gemeten met de KIDSCREEN), tevredenheid met de behandeling (gemeten met de Jeugdthermometer), aantal sessies, duur van de behandeling en drop-out percentage.

 

Resultaten

Helaas zijn er nog geen definitieve resultaten bekend. Wel heeft het onderzoek al veel bruikbaar materiaal opgeleverd (zie Toepassing en toekomst) en is een aantal factoren bekend die adequaat gebruik van ROM stimuleren:  

  • ROM moet zijn ingebed in het werkproces. Het invullen van vragenlijsten moet vanzelfsprekend zijn en aansluiten bij de behandeling.
  • Behandelaren moeten zich competent voelen voor het werken met ROM. Zij hebben daartoe training en ondersteuning nodig.
  • Cliënten moeten helder geïnformeerd worden over het waarom van ROM.
  • Het instrumentarium moet van goede kwaliteit zijn en er is goede ICT-ondersteuning nodig, evenals duidelijke afspraken over het gebruik van de gegevens die ROM oplevert.

  

Toepassing en toekomst

Praktijk

Vanuit het onderzoek is een gestandaardiseerd feedbackformulier ontwikkeld, op basis waarvan behandelaars onderling met elkaar in gesprek kunnen gaan over de resultaten van hun behandelingen. Dit feedbackformulier is ontwikkeld binnen de Jeugdafdelingen en wordt sinds april 2016 gebruikt en verder onderzocht bij een instelling voor Basis-GGZ.

Daarnaast is een ROM-implementatiepakket gemaakt, bestaande uit een basispresentatie, een instructie voor behandelaars, voorlichtingsfilmpjes, trainingen voor starters en gevorderden, een online helpdesk en handycards (gelamineerde overzichtjes met uitleg over de vragenlijsten en de betekenis van de scores van de feedbackrapportage).

Gekoppeld aan het landelijk ROM Doorbraaknetwerk dat door het Trimbos-instituut is opgezet, is een voucher ontwikkeld waarmee instellingen ondersteuning kunnen vragen bij het uitwerken en uitdiepen van de onderdelen van het hiervoor genoemde ROM-implementatiepakket.

Omdat het werken met de ROM van behandelaars vraagt om een positieve houding tegenover evidence based werken is een vragenlijst vertaald en gevalideerd die deze attitude bij behandelaars in kaart brengt (de Evidence-Based Practice Attitude Scale). Tevens is een vragenlijst gevalideerd die behandelaars concrete tips geeft voor het verbeteren van de behandeling indien de ROM aangeeft dat er onvoldoende vooruitgang plaatsvindt (de Treatment Support Measure – Kindversie en Ouderversie (TSM)). Het bijbehorende artikel wordt in 2017 gepubliceerd.

De ROM-methodiek is bij verschillende academische werkplaatsen jeugd onderwerp van studie. De reden is dat overal behandelaars aangeven dat de methodiek onvoldoende aansluit bij hun praktijkwerk. Om de klinische bruikbaarheid van ROM te bevorderen is door de academische werkplaatsen Risicojeugd, Inside Out en C4Youth een toolkit samengesteld. Deze toolkit bevat praktische producten die grotendeels in de praktijk zijn ontwikkeld, geïmplementeerd en geëvalueerd. Deze producten beslaan alle onderdelen van het ROM proces, van voorlichting en training van de professional tot de evaluatie van de methodiek. De ROM toolkit is ondergebracht bij het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Ook de materialen uit dit project zijn ondergebracht in deze ROM-toolkit die te vinden is op de website van het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie.  

Opleidingen

De ROM-methodiek maakt steeds vaker onderdeel uit van zowel de basisopleiding tot psycholoog als de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog. In Nijmegen wordt bij beide opleidingen onder andere gebruik gemaakt van de voorlichtingsfilmpjes uit het ROM-implementatiepakket.

Onderzoek

In april 2016 is een vervolgonderzoek gestart naar het gebruik en de effecten van het ROM-feedbackformulier binnen de Basis-GGZ.

Beleid

Op basis van de onderzoeksresultaten zullen aanbevelingen worden gedaan voor veranderingen van beleid en/of praktijk.

 

Producten

Publicaties

  • Van Sonsbeek M.A.M.S., Hutschemaekers G.J.M., Veerman J.W., Kleinjan M., Aarons G.A. & Tiemens B.G. (2015). Psychometric Properties of the Dutch Version of the Evidence-Based Practice Attitude Scale (EBPAS). Health Research Policy and Systems, 13(69). 
  • Van Sonsbeek M.A.M.S., Holtmaat C.J.M., Tiemens B.G., Hutschemaekers G.J.M., De Jong K. (2017). Psychometric Properties of the Dutch Version of the Treatment Support Measure (TSM) Parent and Youth Form. Clinical Psychology & Psychotherapy, 24(5).
  • Van Sonsbeek M.A.M.S., Hutschemaekers G.J.M., Veerman J.W., Vermulst A., Kleinjan M. & Tiemens B.G. (2020). Challenges in Investigating the Effective Components of Feedback from Routine Outcome Monitoring (ROM) in Youth Mental Health Care. Child & Youth Care Froum.

 

 

> Terug naar `Agenda`
Inside-Out - academische werkplaats jeugd Inside-Out - academische werkplaats jeugd